Vormingsinstelling
vzw IN-Z
+32 484 77 32 31
Praktisch
Duurtijd vorming
7 u
Regio
Antwerpen;Limburg;Oost-Vlaanderen;Vlaams-Brabant
Randvoorwaarden
Whiteboard/ Flipchart;Tafels en stoelen voor elke deelnemer
Aantal deelnemers
Min.
6
Max.
15
De opleiding in het kort
Als medewerker/leidinggevende word je hoe langer hoe meer geconfronteerd met een groter wordende diversiteit tussen collega’s onderling maar ook naar klanten/burgers/... toe.
Hoe ga ik hiermee om? In hoeverre spelen mijn eigen (subjectieve) ideeën mee in mijn omgang met anderen? Waar liggen de grenzen en hoe bewaak ik die grenzen? Hoe communiceer ik op een verbindende manier met anderen? Welke ervaringen hebben mijn collega’s en hoe gaan zij ermee om?
In deze vorming onderzoeken we onze eigen basishouding en gaan we op zoek naar heel concrete tips en aandachtspunten in het omgaan met diversiteit.
Inhoud en aanpak
Inhoud
Verwelkoming en kennismaking
Diversiteit en identiteit
• De diversiteit in de groep ervaren
• De eigen uniciteit ervaren
• De rugzakken theorie
• Hoe kijk ik naar de ander vanuit mijn identiteit?
Vooroordelen, stereotype beelden, wij-zij denken
• De eerste indruk
• Mijn vooroordelen
• Van waar komen mijn vooroordelen?
• De gevaren van vooroordelen
• De functies en de mechanismen van vooroordelen
• Hoe omgaan met mijn vooroordelen en die van anderen?
Medewerker in relatie tot collega’s / burgers / ...
• Waar zitten de knelpunten/misverstanden?
• Wat zijn interventiemogelijkheden om respectvol om te gaan met elkaar?
• Verschil tussen feit en interpretatie
• Kijken door verschillende brillen
• Verschillende gevoelens
• Verschillende belangen
• Verschillende communicatiestijlen
• Vanzelfsprekendheden
Ik en discriminerende uitlatingen van anderen (collega’s, burgers, ...)
• Inleiding: als je efficiënt wil reageren op discriminerende uitingen is het in de eerste plaats belangrijk je bewust te zijn van je eigen visie en je eigen houding ten aanzien van deze gedragingen. Je bewust zijn van het effect ervan op jezelf is ook belangrijk.
• Activiteit:’ Mijn gevoelens en belemmerende gedachten’
Aan de deelnemers wordt gevraagd een situatie voor de geest te halen waarbij een collega/een burger een discriminerende uitlating deed.
Stap 1 = brainstorm over hoe zij zich hierbij voelden.
Stap 2 = brainstorm over alle negatieve gedachten die bij hen opkwamen.
Stap 3 = hoe had je het liefst van al, vanuit je gevoelens en gedachten, willen reageren?
Kader: natuurlijke reactie versus professioneel gedrag
Stappenplan bij het omgaan met discriminerende uitlatingen
Benader discriminerende uitingen via een stappenplan:
Stap 1: Bevestig nooit
Stap 2: Vraag toelichting
Stap 3: Treed in dialoog
Stap 4: Beargumenteer uw standpunt
Stap 5: Beslis
De metafoor van de giraf en de jakhals
Marshall Rosenberg, de grondlegger van Verbindende Communicatie, koos deze twee dieren om zijn ideeën krachtig en duidelijk over te brengen.
Zowel de jakhals als de giraf staan symbool voor twee delen die we allebei in ons hebben: verwijderen (jakhals) en verbinden (giraf).
Kader: giraf en jakhals
Jakhals = verwijderen, oordelen, verwijten
Giraf = verbinden:
1) Jezelf uiten: ik vertel jou wat er in mij leeft
Wat voel ik en wat is mijn behoefte?
2) Empathisch luisteren: ik heb aandacht voor wat er in jou leeft
De onvervulde behoefte van de andere horen.
Meer giraf zijn doe je m.b.v. de 4 stappen van verbindende communicatie.
De bouwstenen van Verbindende Communicatie
• Waarneming (Wat zie ik? Wat merk ik?)
• Gevoel (Welke gevoelens ervaar ik? Zowel positief als negatief?)
• Behoeften (Welke nood zit onder mijn gevoel?? Hoe herken ik noden bij mezelf? Hoe bevraag ik de noden van een ander?)
• Verzoek (Hoe formuleer ik een uitnodigend verzoek?)
Oefenen van de verschillende bouwstenen aan de hand van praktijksituaties van de deelnemers.
Samenwerkingsopdrachten
Verschillende actieve samenwerkingsopdrachten nodigen de deelnemers uit om samen de opdracht tot een goed einde te brengen. Denken, doen en overleggen zijn nodig om resultaat te behalen. Iedereen wordt dus op verschillende vlakken uitgedaagd.
Samenwerkingsopdrachten in opbouwende moeilijkheidsgraad:
• De lat
• De puzzel
• Duplo
Na elke samenwerkingsopdracht volgt een nabespreking:
• Hoe communiceren we met elkaar?
• Wat heb ik bij mezelf gemerkt?
• Wat vind ik belangrijk in ‘samenwerken’?
• Wat ervaar je als respectvol / niet-respectvol?
• Wat bevordert en wat belemmert een goede samenwerking?
Formuleren van een persoonlijk leerdoel
Elke deelnemer formuleert voor zichzelf een persoonlijk leerdoel, de trainer geeft een aantal tips om met dit leerdoel aan de slag te gaan.
Evaluatie
Doelstellingen
• Zich bewust worden van de diversiteit (verschillen) en van de gelijkenissen
(verbondenheid) in de organisatie.
• Beseffen dat diversiteit een meerwaarde is en een bron van creativiteit kan zijn.
• Zich bewust worden van de eigen unieke identiteit.
• Leren inzien dat de eigen manier van omgaan met anderen beïnvloed wordt door de eigen
identiteit (= eigen waarden en normen, persoonlijke geschiedenis, …).
• Zich bewust worden van de eigen vooroordelen en stereotiepe beelden ten aanzien van
collega’s/burgers.
• Een aantal tips en aandachtspunten leren kennen voor het omgaan met diversiteit (andere
waarden en normen, ander geloof, andere cultuur, andere gewoonten, andere kwaliteiten,
andere prioriteiten, …).
Trainer(s)
Eef Vanmuysen