Vormingsinstelling
vzw IN-Z
89322810
Praktisch
Duurtijd vorming
1 dagdeel van 3,5 uur
Regio
Antwerpen, Limburg, Oost-Vlaanderen, Vlaams-Brabant, West-Vlaanderen
Randvoorwaarden
Flipover;Tafels en stoelen voor elke deelnemer
Aantal deelnemers
Min.
6
Max.
15
VF_FOT_044
De opleiding in het kort
Tijdens deze vorming onderzoeken we de betekenis van roddelen.
Wat maakt dat we onze mening niet rechtstreeks
kunnen/durven zeggen? Hoe komt het dat we in een roddel-circuit terechtkomen? Hoe kunnen we bij roddelen met empathie luisteren (verstaan wat de onderliggende
nood kan zijn) i.p.v. met sympathie (meegaan in oordelen over de ander)? Hoe vertalen we roddels van onszelf en anderen naar hun ‘ware’ betekenis, namelijk gevoelens en behoeften? En hoe gaan we van daar naar constructieve feedback?
Inhoud en aanpak
Programma:
Verwelkoming en kennismaking
Elke deelnemer kiest een lichtpuntje (woord/beeldkaart) om zichzelf op een ludieke manier voor te stellen.
Waarom roddelt men?
Denk even terug aan een keer dat je geroddeld hebt over iemand.
Je mag zelf bepalen wat je onder roddelen verstaat.
Deelnemers noteren op post-its, trainer verzamelt in grote groep.
• Wat betekent roddelen voor jou?
• Welke synoniemen kan je gebruiken?
• Brainstorm op bord
• Definitie: Wat is roddelen?
‘Het spreken over iemand in oordelende en verwijtende woorden als de betrokkene er niet bij is. Rondvertellen van ongunstige verhalen over iemand waar je geen bewijzen voor hebt’.
Synoniemen: konkelen, kwaadspreken, belasteren, kwellen, onteren, schandaliseren, gerucht verspreiden.
Verschil tussen roddelen en ventileren/luchten
In duo: hoe reageer je als een collega bij jou komt ventileren/roddelen
• Hoe doe ik het nu?
• Hoe kan ik het anders doen?
• Verzamelen info
Bij roddelen zijn er verschillende ‘actoren': de roddelaar zelf, degenen die naar het roddelen luisteren en degene over wie geroddeld wordt.
1) De roddelaar zelf
Stel jezelf de volgende vragen:
• Wat is jouw behoefte?
• Als ik de persoon rechtstreeks zou aanspreken, wat zou ik dan graag hebben dat de persoon hoort?
• Hoe zou ik de boodschap zonder verwijt aan de persoon kunnen vertellen? (observaties, mijn gevoel en behoeften, mijn verzoek aan de ander)
• Wat is een goed moment en een goede setting om de persoon aan te spreken?
• Welke zijn mogelijke reacties van de persoon en hoe kan ik luisteren naar de behoeften van de ander?
2) Degenen die naar het roddelen luisteren
“Ik vind het niet fijn om te praten over iemand die er niet is. Ik wil wel met jou zoeken naar hoe je dit rechtstreeks tegen die persoon kan zeggen.” (De scherpte er af halen en het op een betere manier zeggen tegen de betrokkene)
• Tenslotte de vraag: Is het de moeite om er iets mee te doen (zie schema)
• Nee: cirkel van invloed en betrokkenheid
3) Degene over wie geroddeld wordt
"Ik heb de indruk dat ik dingen gedaan heb of niet gedaan heb die je onprettig vindt."
"Ik hoor van verschillende mensen dat je blijkbaar niet blij bent met iets wat ik gedaan heb. Dus ik vraag me af of we het er over kunnen hebben?"
"Ik denk dat het zinvoller is om dingen rechtstreeks uit te spreken en eventueel te zien of problemen opgelost kunnen worden. Ik hoor graag wat er op je lever ligt."
(= Vragen naar rechtstreekse feedback zonder verwijten of oordelen.)
Verbindende communicatie
Roddelen is een manier om voor je behoeften te zorgen.
Trainer geeft toelichting bij de giraf en de jakhals met de handpoppen.
Feedback geven
Een eerste stap om roddelen te vermijden is feedback leren geven.
1) Feiten (observaties) => aftoetsen!
2) Effect (gevoel en behoefte) => afchecken!
3) Oplossing (verzoek) => samen!
Verschil tussen feiten en interpretaties
Feedback vertrekt heel vaak vanuit interpretaties en daar worden mensen boos van. Vaak kennen we de regels van feedback en weten we dat we moeten vertrekken vanuit feiten, maar in deze oefening merk je hoe snel je interpreteert.
Je kan niet niet interpreteren hè, maar toets je interpretaties dan wel af.
Bv. Ik zie je met je ogen rollen, hoe mag ik dat interpreteren? Het lijkt alsof ik nonsens uitkraam als jij met je ogen rolt, snap je dat?
Waarom geven mensen vaak geen feedback? Uit schrik voor de reacties.
Oefening feedbackboodschap
Geef een concreet voorbeeld van iets waarvan je het moeilijk vond om feedback op te geven. Schrijf een feedback-boodschap uit. Deze in grote groep voorlezen + feedback op de feedback-boodschap.
Vb. een collega heeft permanentie en staat de hele voormiddag al op ‘niet bereikbaar!
Feedback ontvangen
Mijn leerpunt
Elke deelnemer kiest een leerdoel om in de job te integreren.
Evaluatie
Doelstellingen:
• Bewust worden van effecten en onderliggende redenen van roddelgedrag
• Het verschil tussen feiten en interpretaties onderscheiden
• Constructief feedback geven
• Tips en tricks rond verbinding creëren op de werkvloer
Onze aanpak:
‘Zwemmen kan je niet leren met een schriftelijke cursus’ (Willem de Ridder)
• Op maat: binnen het voorgestelde programma leggen we per klant nog accenten, aansluitend bij hun noden en behoeften (hiervoor doen we een behoeftebepaling bij het eerste contact met de klant en contacteert de trainer de klant een aantal weken voor de vorming om inhoudelijk en praktisch af te stemmen)
• Ervaringsgericht
• (Inter)actief
• Vertrekkend vanuit de dagelijkse praktijk
• Onmiddellijk toepasbaar
• Gebruik makend van diverse en afwisselende didactische werkvormen (beeldmateriaal: foto’s, filmpjes, … / casusbesprekingen / actieve oefeningen / simulaties / situatieschetsen, …)
• Mooie afwisseling tussen theorie en praktijk: veel zelf doen, theoretische kaders en spelvormen.
Centraal in onze aanpak staat het ‘ervaringsgericht leren’, hierbij hebben we aandacht voor vier elementen:
• Ervaring: werken met de rugzak van het individu, de mogelijkheid geven om nieuwe dingen te doen/te beleven.
• Reflectie: jezelf beter leren kennen door aha-momenten, zelfinzichten en feedback.
• Kapstokken: duidelijk theoretisch kader, schema, ...
• Toepassen: het geleerde linken aan het dagelijks leven, aan de praktijk van de werkvloer.
Onze trainers:
We werken met enthousiaste, bevlogen en praktijkgerichte professionals. IN-Z werkt met een vast team van trainers, dat zowel werknemers, leidinggevenden, organisaties als werkzoekenden kansen geeft tot groei op een warme en betrokken manier. De trainers benaderen elke persoon als een uniek individu met als doel het versterken van de competenties en de soft skills. Ze spreken de taal van de klant en hebben oog voor de balans van het individu, het team en de organisatie.
Onze kennis en methodieken zijn toepasbaar in zeer diverse sectoren en werkvloeren en voor diverse doelgroepen.
De sectoren waar we meer dan 30 jaar ervaring in hebben, zijn: openbare (lokale) besturen, zorgsector en dienstenchequesector.
Transfer:
Als partner in training en begeleiding hechten we veel belang aan het borgen van het geleerde op de werkvloer. Op verschillende manieren stimuleren we de deelnemers om de opgedane kennis en vaardigheden van de training vaker, langer en succesvol in de praktijk te brengen:
• Ervaringsgericht: we werken met concrete praktijkvoorbeelden en gebruiken cases die herkenbaar zijn voor de deelnemers.
• (Inter)actief: leren van en met elkaar op een actieve manier d.m.v. afwisselende werkvormen (simulaties, casusbesprekingen, situatieschetsen, …).
• Niet te veel theorie, wel onmiddellijk toepasbare technieken om dagdagelijkse (werk)situaties optimaal aan te pakken.
• Transfermethodieken: aan het einde van de vorming voorziet de trainer ruimte om de transfer na de vorming te bevorderen.
Voorbeelden:
• Formuleren van een persoonlijk leerdoel: elke deelnemer formuleert voor zichzelf een persoonlijk leerdoel, de trainer geeft tips om met dit leerdoel concreet aan de slag te gaan.
• Visuele reminder (vb.: een overzicht met daarop de belangrijkste accenten uit de vorming, als constante ‘reminder’ van het geleerde).
• Werken met een ‘buddy’ (een buddy is een van je collega’s die je ondersteunt bij het werken aan je actiepunten/leerpunten. De buddy geeft je feedback als iets goed of minder goed gaat, wijst je op het hervallen in ‘oude’ gewoontes, stimuleert je in het verbeteren van je competenties, …).
Samenwerking met de klant:
• 1ste contact met de klant (telefonisch/mail): kennismaking, behoeftebepaling (wat zijn de noden, behoeften en verwachtingen), wie zijn de deelnemers?, afstemmen datum en uren.
• Administratie: we volgen de vormingsaanvragen nauwgezet op en nemen zoveel mogelijk administratie uit handen.
• De trainer contacteert (telefonisch) de klant een aantal weken voor de vorming om inhoudelijk (maatwerk) en praktisch (locatie, benodigdheden) af te stemmen. De trainer zal dan zeker ook navragen of er belangrijke informatie mee te nemen is naar de vorming (gebeurtenissen in het team, veranderingen in de organisatie, …).
• De trainer zorgt voor de nodige administratie: handtekeningenlijst, evaluatieformulieren, syllabus.
• Evaluatie deelnemer: aan het einde van de vorming neemt de trainer een schriftelijke evaluatie af bij de deelnemers. De trainer bezorgt de evaluaties na afloop van de vorming aan de klant.
• Evaluatie klant: we evalueren kort de vorming met de klant: algemene indruk, zijn de verwachtingen ingelost?, tips en suggesties.
Trainer(s)
Melanie Janssen